Mevrouw Jans, ambassadeur van Indonesische Jamu in het koloniale tijdperk
"Het intense verdriet van het verlies van haar dochter dreef Jans ertoe een boek te schrijven over jamu, dat een standaardwerk werd voor Europeanen in Nederlands-Indië. Met haar onderzoek en praktijk van kruidengeneeskunde bracht Jans de Indonesische jamu naar de wereld, waardoor ze wordt herinnerd als de eerste buitenlander die jamu internationaal bekend maakte."Diterbitkan oleh : Windri Astuti - 04/09/2024 15:54 WIB
4 Menit baca.
Mevrouw Jans, met haar volledige naam Johanna Maria Carolina Versteegh, werd geboren op 16 mei 1862 in Sukomangli. Haar vader, Carolus Bartholomeus Versteegh, was een plantagebeheerder en eigenaar van een koffieplantage in Weleri, Midden-Java, en stond bekend als de “Javaanse Koffiekoning.” Haar moeder heette Albertina Margaretha van Spreeuwenburg. Jans bracht haar jeugd door in landelijke gebieden, ver van de grote steden, wat haar een sterke band met de natuur gaf.
Sumber gambar: kendhilkencana.blogspot.com
Jans volgde onderwijs aan de Ursuline Zusters School, een vooraanstaande school met hoge standaarden in Batavia. Helaas moest ze door een mislukte koffieteelt terugkeren naar het platteland omdat haar ouders haar opleiding niet langer konden bekostigen. Terugkeren naar het dorp ontmoedigde Jans echter niet; ze besloot haar moeder te helpen met het oogsten en verzorgen van geneeskrachtige planten, wat uiteindelijk haar liefde voor jamu aanwakkerde.
Destijds waren medische voorzieningen in afgelegen dorpen in Nederlands-Indië schaars. Jans kreeg daarom de taak om de gezondheid van de plantagearbeiders te waarborgen. In deze periode leerde ze veel over traditionele behandelingen en jamu-remedies. Haar moeder behandelde ook vaak de mensen uit de omgeving met traditionele technieken, met name jamu. Zo leerde Jans dag na dag over de heilzame werking van verschillende kruiden, terwijl ze in de voetsporen van haar moeder trad.
Sumber gambar: kendhilkencana.blogspot.com
In 1881 trouwde Jans met de Nederlander Herman Kloppenburg. Na hun huwelijk bleven ze in Semarang wonen, waar hun grote, prachtige huis bekend stond als een van de mooiste huizen in het welgestelde Europese district.
Jans had elf kinderen: zes dochters en vijf zonen. Maar haar oudste dochter Tina overleed op haar 14-jarige leeftijd aan een ziekte. Artsen stelden verschillende diagnoses, variërend van malaria tot tyfus. Tina’s dood inspireerde Jans om een boek te schrijven over jamu en geneeskrachtige planten in Nederlands-Indië. Haar boek was niet wetenschappelijk van aard, maar eerder een verzameling recepten, toepassingen en geneeskrachtige voordelen van planten uit de omgeving. Jans haalde haar informatie voornamelijk bij genezers, verkopers op de markt en lokale bewoners.
Het boek van Jans besprak tal van behandelingen voor kwalen, variërend van haar- en schoonheidsverzorging tot remedies tegen koorts, malaria, spierpijn, hoest en meer. Jans gebruikte niet alleen wortels en knollen, maar ook bladeren. Enkele boeken van Jans zijn:
- Haar eerste boek werd in 1907 gepubliceerd onder de titel Indische planten en haar geneeskracht.
- In 1911 stelde ze de Atlas van Indische geneeskrachtige planten bij Raadgevingen betreffende het gebruik van Indische planten, vruchten enz.
- In 1913 publiceerde ze Het leven van de Europese vrouw in Indië.
- In 1940 bood ze oplossingen voor ziekten in haar boek Commentaar op mijn Raadgevingen en Suggesties voor het gebruik van Indische planten, vruchten enz.
Jans maakte een periode mee waarin traditionele geneeskunde in conflict was met de moderne medische wetenschap. Ze ondervond weerstand van Westerse artsen die niets zagen in inheemse geneeskunde, maar Jans en andere genezers bleven toch hun praktijk uitoefenen, wat haar nog bekender maakte.
Met haar groeiende reputatie werd Jans benoemd tot voorzitter van de Verpleegstersvereniging St. Elisabeth in Semarang (1905). Ze was ook lid van de Ethische Beweging (een koninklijk Nederlands beleid bekend als de Ethische Politiek). Haar naam werd zelfs vereeuwigd als straatnaam in Nederland.
Laten we haar herinneren!
Bron: